FOTO'S : Ludovic Charles
Na een opleiding in meubelmakerij richtte Anne-Sophie Ricco Atelier Sao op, een creatieve ruimte gewijd aan het bewerken van massief hout. Geïnspireerd door haar reizen door Afrika, haar achtergrond in de culturele sector en haar passie voor ambacht, ontwerpt ze unieke stukken op het snijvlak van meubel en sculptuur. Ter gelegenheid van de 10e verjaardag van de DIVINE-tas van Sessùn herinterpreteert Atelier Sao het model in haar eigen stijl, met verschillende houtsoorten. Een ontmoeting.
Kunt u zich voorstellen en ons vertellen over uw professionele en artistieke achtergrond?
Mijn naam is Anne-Sophie Ricco en ik ben sinds eind 2021 zelfstandig met hout gaan werken, aan het einde van mijn professionele opleiding aan de Ecole Boulle in Parijs. Als tiener had ik het geluk in Afrika te wonen, waar ik beelden, meubels en functionele houten voorwerpen ontdekte die gekenmerkt werden door de patina van de tijd. In mijn vroegere professionele leven werkte ik in het culturele veld, in de filmindustrie en in internationale samenwerking. Al deze levenservaringen en reizen naar het buitenland hebben mij gevormd en in de loop der tijd heb ik een uitgesproken gevoeligheid ontwikkeld voor de verschillende vormen van vakmanschap en voor het nobele, veeleisende, levendige en meervoudige materiaal dat hout is. Drie jaar geleden wilde ik mijn carrière een creatievere wending geven, met meer ruimte voor handwerk. Houtbewerking werd dan ook op natuurlijke wijze de drijfveer achter mijn professionele omscholing.Daarom heb ik Atelier Sao opgericht, een werkplaats die volledig gewijd is aan het bewerken van massief hout en het aanbieden van stukken in een zeer kleine serie op het kruispunt van meubels en beeldhouwkunst.
Wat inspireerde u om de naam 'Atelier Sao' te kiezen voor uw creatieve project?
Het is een verwijzing naar het Afrikaanse continent, waaraan ik hulde wilde brengen. Het Sao-volk was een oude beschaving uit Centraal-Afrika, bekend als kunstenaars en reuzen met buitengewone krachten. Ik ben niet zo groot, maar ik dacht dat het me vast kracht zou geven.
Hoe zou u de relatie omschrijven die u heeft met de materialen die u in uw creaties gebruikt?
Gevoelig, emotioneel en contemplatief. Speels ook: ik speel met houtsoorten, oneffenheden, het onverwachte en het experimentele om stukken te creëren waarin texturen, kleuren en vormen met elkaar in dialoog gaan.
Aan welke materialen en technieken geeft u de voorkeur in uw werk?
Ik werk uitsluitend met massief hout, voornamelijk Franse houtsoorten, met een kleine voorkeur aan fruitbomen zoals pruimen- of perenhout – als ik die tenminste kan vinden. Soms werk ik ook met edele houtsoorten zoals wengé of padouk, wanneer ik ongebruikte reststukken op de kop kan tikken. Mijn eerste opdracht was een kast met twee deuren, geïnspireerd op Jean-Michel Frank. De klant wilde ze volledig in getextureerd massief eikenhout, met een zeer onregelmatig, gedeukt en bijna ‘uitgescheurd’ uiterlijk. Een echte uitdaging voor mij, aangezien ik nog nooit met een guts had gewerkt. Ik vond het geweldig om dit meubelstuk vorm te geven, en sinds die ervaring speelt textuur een grote rol in mijn werk – als een tweede huid.
Hoe integreert u ecologische overwegingen in uw artistieke benadering en in de keuze van uw materialen?
Waar mogelijk geef ik resthout uit mijn atelier een nieuw leven, vooral voor kleine objecten. Dat is voor mij een zeer waardevolle benadering. Mijn leverancier is ook een bondgenoot; hij geeft me soms exotische houtsoorten die anders zouden worden weggegooid, en ik haal ze met plezier naar mijn atelier. Zo kan ik zeldzamere houtsoorten verkennen met een kleinere ecologische voetafdruk, en geef ik het materiaal een nieuw leven.
Reststukken vormen soms een krachtige springplank voor ideeën en creativiteit. Dat vind ik niet alleen boeiend, maar ook erg leuk.
Kunt u ons iets vertellen over de samenwerking tussen Atelier Sao en Sessùn, en wat het voor u betekent om gerecycleerde materialen om te vormen tot kunstobjecten?
Voor Sessùn ontwerp ik bestek van eikenhout en sets kleine lepels gemaakt van gerecycled materiaal. Deze zijn allemaal gemaakt van resthout, vormgegeven op een vrij spontane manier, geleid door mijn gevoel van het moment en de beperkingen van het materiaal. Ik begon ze te maken toen ik mijn eerste atelier betrok in een voormalige industriezone, waar ik weinig materiaal had. Ik had kleine reststukken en een kleine figuurzaag. Het geeft me een zekere vrijheid en ik hou echt van deze samenwerking.
Quelles sont tes principales sources d'inspiration ?
Tout ce qui nourrit une certaine forme d’imaginaire, de beauté ,d’onirisme et de poésie, … donc beaucoup de choses ! En quelques mots je dirais : l’art « primitif », africain et océanien, est fascinant en termes de multiplicités de lignes, de symboliques et de formes. Les objets y ont une « charge » toute particulière. Les peintures de Georgia O’ Keeffe, le surréalisme, les courbes et les couleurs des céramiques de Erna Aaltonen, la philosophie des peintres du mouvement Nabi. Et de manière plus contemporaine, les productions baroques et oniriques du designer Benjamin Foucaud.
Om de 10e verjaardag van de Divine de Sessùn-tas te vieren, werden een tiental ambachtslieden, waaronder u, uitgenodigd om deze iconische tas opnieuw uit te vinden. Kunt u ons iets vertellen over uw bijdrage aan dit project en hoe u de Divine-tas opnieuw heeft bedacht?
Het herinterpreteren van de Divine-tas is een zeer interessant project geweest. Voor mij is deze tas vrouwelijk, elegant, eigentijds, met een vleugje fantasie: er zijn verschillende inserts, details, textuur. Ik wilde dat het stuk hout die veelzijdigheid en een lichte 'pop'-touch uitstraalt, terwijl ik trouw blijf aan mijn wens om verschillende houtsoorten met elkaar te laten samensmelten. Ik heb daarom een 'patchwork'-tas gemaakt waarin wengé, eikenhout en perenhout elkaar afwisselen. Er zitten ook kleine ronde inlegwerkjes van padouk, plataan en messing voor een iets meer ‘chique’ touch.
Het handvat van de tas was een kleine uitdaging. Ik had het eerst heel stijf voorgesteld, in getextureerde dennen, toen koos ik uiteindelijk voor een flexibele schouderriem gesneden in Linde schakels.
Wat is uw laatste artistieke ontdekking waar u echt enthousiast over bent?
Hij is muzikaal. Een jazztrio dat ik deze zomer ontdekte tijdens een concert, ‘Le Cri du Caire’: de stem van een jonge Egyptische soefizanger, gecombineerd met de strijkers van de cello en de uitbarstingen van de saxofoon. Een hypnotiserende, bijna mystieke ervaring!
Wat zijn uw toekomstplannen en ambities voor de Sao Workshop?
Streven naar artistieke samenwerkingen die ik leuk vind, blijven verkennen en leren, en creëren en lanceren van een lijn van kleine meubels in 2025.
RETROUVEZ LE LOOK DE ANNE-SOPHIE RICCO